Op zaterdag 14 juni 2025 is er een heilige mis voor de Heilige Sint Antonius van Padua.
Programma
- 09:30 uur
- Verzamelen bij Kapel aan de Kasteel Schaloenstraat voor een gebed en zang.
- 10:00 uur
- Heilige mis voor Sint Antonius van Padua in Buurtcentrum Nazareth aan het Miradorplein 39

History parochie “Sint Antonius van Padua”

De buurt Nazareth is in 1952-53 in één keer gerealiseerd. In 1952 vestigden zich de franciscanen er. In het midden van de woonwijk was de Antonius van Paduakerk gepland. Pater Armandus Pex kreeg de opdracht de kerk en een klooster te realiseren. Hiervoor zamelde hij overal geld in. Op 10 oktober 1953 werd een noodkerk in gebruik genomen. Deze kon gebouwd worden dankzij gratis afgestaan materiaal van de Staatsmijnen en de ENCI. Het ontwerp was van architect Hubert van Groenendael. Het was een simpel rechthoekig gebouw met een zadeldak. In de 21e eeuw doet deze noodkerk dienst als buurthuis.
De bouw van de definitieve kerk startte op 22 september 1959. De kerk was eveneens ontworpen door Van Groenendael. Op 7 maart 1960 legde bisschop Moors van Roermond de eerste steen. Deken P.J.M. Jenneskens zegende de kerk op 25 maart 1961 in. Bisschop Moors consacreerde de kerk op 5 juni 1961. Pater Armandus Pex werd in 1970 opgevolgd door een andere franciscaan, pater Anastasius Rozenstraten.
Rond 2006 werden de parochies van Limmel en Nazareth samengevoegd. Per 1 december 2008 is pastoor Piet Backus van de parochie van Itteren en Borgharen aangesteld tot waarnemend pastoor (administrator) voor de parochie van Nazareth-Limmel. In december 2007 werd door het bisdom Roermond de kerk buiten gebruik gesteld. Het kruis dat op de campanile stond, is toen verwijderd. De luidklok ging naar de kathedraal van Bali.
Op 15 februari 2009 werd de kerk overgedragen aan de woningcorporatie Woonpunt. In 2011 werd de kerk, op de doopkapel en de klokkentoren na, afgebroken. Woonpunt bouwde iets ten oosten van de gesloopte kerk een gebouw met seniorenappartementen. Het terrein van de kerk werd heringericht als plein met de toren en kapel als vrijstaande elementen.

Over St. Antonius van Padua
Francisco de Zurbarán_-_St. Antonio de Padua
Antonius heette aanvankelijk Fernando. Hij was afkomstig uit de Portugese hoofdstad Lissabon en schijnt nog af te stammen van Godfried van Bouillon. Op 15-jarige leeftijd trad hij toe tot de kanunniken met de regel van Sint-Augustinus. Twee jaar later verhuisde hij naar de Augustijner vestiging in Coïmbra. Toen acht jaar later een aantal enthousiaste monniken uit de nieuwe orde van Franciscus langstrokken om in Marokko door middel van prediking en naastenliefde de Moren te gaan bekeren, sloot hij zich bij hen aan. Om zijn nieuwe leven te markeren, noemde hij zich naar de vader van de woestijnmonniken: Antonius.
In Noord-Afrika werd hij ernstig ziek. Onverrichter zake toog hij naar Noord-Italië. Juist op het moment dat Franciscus daar al zijn medebroeders aan het verzamelen was. Hoewel Antonius in Portugal een begaafd predikant was geweest, hield hij zich nu zo bescheiden op de achtergrond dat hij in een kloostertje de meest eenvoudige karweitjes kreeg op te knappen. Zijn huisgenoten meenden zelfs dat hij niet helemaal bij zijn verstand was.
Zijn gaven kwamen aan het licht, toen bij een grote kerkelijke plechtigheid de feestpredikant plotseling verstek liet gaan. In verlegenheid, omdat niemand op zo’n hoge feestdag met veel bezoekers, waaronder vele hooggeplaatste, onvoorbereid het woord wilde nemen, wees iemand gekscherend op Antonius: “We kunnen altijd nog Antonius er op af sturen…” In zijn nederigheid nam Antonius deze opmerking aan als een bevel. Hoe zenuwachtig de anderen ook probeerden uit te leggen dat het maar een grapje was geweest, hij was er niet meer van af te brengen, en hield zo’n gloedvolle predikatie dat hij onmiddellijk door Franciscus uit preken werd gestuurd tot in de wijde omtrek, zelfs tot in Zuid-Frankrijk en Noord-Spanje aan toe.

Naar het schijnt was hij eens bijzonder teleurgesteld over de lauwe houding van de gelovigen te Rimini. Om hen beschaamd te doen staan, trok hij naar het strand om dan in godsnaam maar voor de vissen te preken: die zouden tenminste wel luisteren. En zo was het. Zodra hij het woord richtte tot de golven van de zee, kwamen van alle kanten vissen aanzwemmen en stelden zich in rijen voor hem op, de kleintjes helemaal vooraan in het ondiepe water, de grotere op de achterste rijen. Door met hun staart bewegingen in het water te maken, gaven ze hun instemming met Antonius’ woorden te kennen.
In dezelfde geest is het verhaal van de ezel.
Simone Martini – St Anthony of Padua and St Francis
Antonius leefde in de tijd dat de ketterij der Albigenzen zich wijd had verspreid. Deze stroming loochende de godheid van Christus, en geloofden ook niet in de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in de eucharistie. Antonius trad in zijn preken herhaaldelijk tegen hen op: “Op het altaar gebeurt de wezensverandering van brood en wijn in het lichaam en bloed van Christus. Het Lichaam dat door de maagd ter wereld werd gebracht, dat aan het kruis hing, dat in het graf lag, dat op de derde dag verrees, dat naar de rechterhand van de Vader opsteeg: dat Lichaam wordt dagelijks door de priester geconsacreerd en aan de gelovigen uitgereikt.” Een leider der Albigenzen bleef echter ontkennen. Daarop koos Antonius een wel heel opmerkelijke manier om de man te overtuigen. Hij wilde wedden, dat de ezel van de Albigens wel eerbied aan de Hostie zou betuigen waar zijn meester dat niet deed! Om te beginnen kreeg het dier drie dagen geen eten meer. Daarop werd de voerbak tot de rand gevuld. Nu hield Antonius het dier de heilige Hostie voor. Het liet zijn voerbak voor wat die was en ging onmiddellijk door de knieën om zijn eerbied te betuigen.
Waarop de twijfelaar zich inderdaad bekeerde.
Een andere keer moest hij eens een lijkrede houden bij de begrafenis van een man die door geld- en schraapzucht steenrijk was geworden. De evangelietekst was: “Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn (Matteus 6,21).” Antonius riep uit: “Ga maar naar het huis van deze man, en doorzoek zijn schatten. Ik geef je de verzekering dat je er zijn hart zult aantreffen.” Inderdaad doorzocht men al de schatten van die rijke man en men stootte op een echt mensenhart van vlees en bloed; het klopte nog…
Naast zijn prediking verzorgde hij aan de universiteit van Bologna lessen theologie. Zijn leven was zo intens dat hij al op 36-jarige leeftijd stierf. Binnen een jaar na zijn dood was hij al officieel heilige verklaard: een record in de geschiedenis van Katholieke Kerk.
Hij ligt begraven in de Basiliek van St. Antonius te Padua, It, waar u hem virtueel kunt bezoeken: Webcam van het plein voor de Basiliek en in de kerk.